Het is een verkiezingsbelofte die de kans op grootscheepse mislukkingen minimaliseert. Toch vrees ik dat geen politicus zich eraan wil wagen. Politici houden namelijk graag de mythe in stand dat hun plannen een garantie bieden op succes. Hun motto is: mislukkingen uit het verleden, zijn een garantie voor succes in de toekomst! Als we maar het omgekeerde doen van wat gisteren fout ging, moet het morgen lukken! De partijen verschillen alleen in hun analyse van de fouten van gisteren. Als teveel staat het probleem is dan is minder staat de oplossing. Als teveel marktwerking het probleem is, dan is minder marktwerking de oplossing. Als teveel Europa het probleem is, dan is minder Europa de oplossing.  Als autobanden van vooruit rijden slijten, moeten ze van achteruit rijden wel aangroeien!

Mijn ideale verkiezingsbelofte is niet om alle fouten uit het verleden voor eens en altijd recht te zetten, maar om in de toekomst slimmer te mislukken. Mislukkingen zijn op zich niet erg. Niemand heeft leren lopen zonder te vallen. Wie niet durft te experimenteren, zal nooit iets leren. Maar, zo stelt de Britse econoom Tim Harford in zijn boek Adapt, why all success starts with failure, we moeten wel op zo’n schaal experimenteren dat we ons mislukkingen kunnen permitteren. En daar zit hem de kneep. We durven banken niet failliet te laten gaan uit angst voor chaos op de financiele markten. We durven landen niet failliet te laten gaan uit angst voor een kettingreactie. We durven zelfs een corporatie als Vestia of een schoolbestuur als Amarantis niet ten onder te laten gaan.

Die angst voor onbeheersbare mislukkingen is begrijpelijk. De verwevenheid in de economie is gigantisch. Als geen bank de afgelopen jaren staatssteun had ontvangen was de financiële ravage duizelingwekkend geweest. Als Griekse en Spaanse banken omvallen, kunnen ze zomaar Nederlandse banken meetrekken in hun val. En door de problemen van Vestia, komen ook andere corporaties in de klem. Een probleem is nooit een geisoleerd probleem.

Na een debacle klinkt steevast de roep om meer regels en strenger toezicht. Dit lijkt logisch. Als we ons geen mislukkingen kunnen veroorloven, moeten we de vrijheid voor experimenten beperken. De buffers van banken moeten groter worden. Het begrotingstekort van landen moet worden gebonden aan een maximum en woningcorporaties mogen niet meer speculeren met ingewikkelde financiële producten. Het probleem is alleen dat die veiligheidsmaatregelen nieuwe risico’s met zich meebrengen. Door de vereiste buffers willen banken minder uitlenen. De vereiste bezuinigingen in Europese landen verdiepen de economische crisis en woningcorporaties die zich niet mogen indekken tegen renterisico’s lopen juist meer risico’s. Bovendien zijn de regels altijd gericht op de bekende gevaren. Niet op de onbekende gevaren. Het getuigt van hoogmoed te denken dat we alle gevaren kennen.

Bij dreigende faillissementen voor banken, scholen of woningcorporaties openbaart zich de tegenstrijdigheid van onze wensen. We willen vrijheid om te experimenteren, maar ook de garantie op succes. We willen breken met de fantasieloze zekerheden van de staat, maar passen voor de onzekerheden van de markt. Met nieuwe regels en meer toezicht valt die tegenstrijdigheid nooit op te lossen. De nieuwe regels bieden geen garantie tegen debacles, maar smoren wel de vrijheid van banken, scholen en corporaties. Zo dreigen we het slechtste van twee werelden te combineren: de starheid van de staat met de roekeloosheid van de markt.

Het alternatief van Harford is het heroveren van de ruimte om te mislukken. We moeten ons mislukkingen kunnen veroorloven. Zo’n strategie begint met het stellen van lastige vragen. Wat gebeurt er eigenlijk als een grote zorgverzekeraar als Menzis, Agis of Aegon failliet gaat? En hoe zit dat met schoolbesturen of woningcorporaties? Mag de volgende Amarantis en Vestia wel failliet? Als de conclusie is dat zulke instellingen too big to fail zijn, past in het programma van Harford radicaal politiek ingrijpen. Instellingen moeten worden gedwongen om riskante activiteiten los te koppelen van de dienstverlening. De onderlinge verwevenheid moet worden ontknoopt. Woningcorporaties mogen niet meer automatisch voor elkaars leningen garant staan. Alleen als ze bij elkaar in de keuken kunnen kijken, kunnen ze zo’n risico nemen. Een andere mogelijkheid om de ruimte om te mislukken te vergroten is het verkleinen van de omvang van zorgverzekeraars, schoolbesturen en banken. Dan zijn ze klein genoeg om niemand mee te trekken in hun val. Het devies van Harford klinkt bescheiden, maar is dus een uiterate ambitieus politiek programma. Nu nog wachten op een partij die het aandurft met dit devies de verkiezingen in te gaan: “Wij willen slimmer mislukken!”

Verschenen in de Volkskrant 31-7-2012

Slimmer mislukken
Getagd op: