Voor de VVD is het simpel. De overheid moet geen belastinggeld besteden aan het redden van het Rotterdamse ROC Zadkine. Onderwijsinstellingen hebben een grote vrijheid om het beschikbare geld naar eigen inzicht te besteden. “Bij die vrijheid hoort het dragen van verantwoordelijkheid voor je keuzes. Er moet op dat punt echt een mentaliteitsverandering komen bij MBO-besturen. Dat lukt alleen als mensen de gevolgen ondervinden van hun eigen gedrag.” Aldus onderwijswoordvoerder Anoushka Schut-Welkzijn. Bij een faillissement moeten de leerlingen maar gewoon naar “omliggende scholen.” Alsof die omliggende scholen een toestroom van 18.000 nieuwe leerlingen kunnen verwerken zonder dat het onderwijs een puinhoop wordt. Om bestuurders een lesje te leren is de VVD blijkbaar bereid om de schoolcarrière van tienduizenden leerlingen te ruïneren.

De reactie van de VVD tekent het failliet van de bedrijfsmatige overheid. In dat door de liberalen omarmde model krijgen instellingen grote vrijheid hoe ze onderwijs willen geven, maar rekent de overheid hen wel af op hun prestaties. Maar de vraag is wie er nu precies de rekening gepresenteerd krijgt als het misgaat. Dat zijn niet de falende bestuurders. Kijk naar Amarantis, Zadkine of het ROC Leiden. De falende bestuurders zijn alweer vertrokken. De rekening wordt betaald door de docenten en de leerlingen. Als Zadkine failliet gaat, wacht de docenten ontslag en de leerlingen chaos.

Het ideaal van de bedrijfsmatige overheid is gebaseerd op een fundamentele denkfout. Het wil mensen confronteren met de gevolgen van hun keuzes, maar het doet het tegenovergestelde. Het legt de beslissingsmacht bij managers. Maar deze managers zijn passanten die weg zijn als het mis gaat. Docenten en leerlingen merken wel jarenlang de gevolgen van de blunders, maar zij hebben niks te kiezen. In het AD vertelt Steven Steens van de ondernemingsraad dat het bestuur uit de eigen reserves voor 15 miljoen een pand kocht aan de Marten Meesweg zonder dat te overleggen. “Wie er iets van zei kreeg te horen, jullie moeten je er niet mee bemoeien, jullie zijn niet het management.” (AD, 20 oktober 2012).

De docenten en leerlingen zijn machteloos omdat ze in mega-onderwijsfabrieken moeten werken en leren. Die grootschaligheid is een direct gevolg van het ideaal van de bedrijfsmatige overheid. Doordat onderwijsinstellingen meer risico’s lopen, zijn ze massaal gaan fuseren om het risico te beperken. Bovendien waren de bestuurders als echte ondernemers steeds op zoek naar grotere marktaandelen en schaalvoordelen. De bedrijfsmatige overheid heeft zo geleid tot grootscheepse onteigening van de hoofdrolspelers in het onderwijs: docenten en leerlingen. Zij hebben niet meer het idee dat de school van hen is. Met het ideaal van de bedrijfsmatige overheid hebben we niemandsscholen gecreëerd.

Het ideaal van de bedrijfsmatige overheid miskent ook hoezeer het succes van een ROC afhangt van politieke beslissingen. De grootste financiële strop voor het Zadkine was het mede door de VVD genomen besluit om de inburgering niet meer aan de ROC’s te gunnen. Een inkomensderving van 24 miljoen. Met dure reorganisaties tot gevolg en overschot aan schoolgebouwen. Het ROC van Amsterdam maakt ook al jaren verlies vanwege dat besluit. Zadkine verloor ook 5,4 miljoen subsidie van de stad Rotterdam voor zorgleerlingen. Het fanatiek jagen op zulke subsidies paste natuurlijk helemaal bij een bedrijfsmatige onderwijsinstelling. Maar zulk ondernemerschap, maakt de instelling extra kwetsbaar.

Het is verleidelijk om de oorzaak voor het wanbeheer bij Zadkine, Amarantis en ROC Leiden te leggen bij de hoogmoed van bestuurders. Amarantis bouwde teveel. Zadkine kocht veel te veel gebouwen en ROC Leiden heeft zich overgegeven aan financiële voodoo. Voor 91 miljoen werd een nieuw schoolgebouw tot stand gebracht, dat voor 75 miljoen werd verkocht aan een investeringsmaatschappij, waarvoor 3,1 miljoen huur per jaar moet worden betaald en over 20 jaar moet het gebouw worden teruggekocht voor 73 miljoen. Een wonderdeal voor de investeerder, maar een structurele financiële aderlating voor de instelling. En dus is het verleidelijk om de bestuurders een lesje te willen leren. Maar het probleem is veel fundamenteler dan de hoogmoed van een enkele bestuurder.

Was het maar zo simpel dat je de verliezers failliet kan laten gaan. Door de grootschaligheid zijn onderwijsinstellingen als Zadkine too big to fail. Je kunt niet zomaar de poort sluiten voor 18.000 leerlingen. De opstelling van de VVD getuigt van wereldvreemde stoerheid. Anoushka Schut-Welkzijn moet afrekenen met het desastreuze ideaal van de bedrijfsmatige overheid. Zet niet 18.000 leerlingen en 2.000 medewerkers op straat, maar zorg dat docenten en leerlingen weer de baas worden op hun eigen school. Maar dat vergt meer dan een boze reactie op een incident, dat vergt een totale ommekeer. Het vraagt om de herovering van de niemandsscholen.

Verschenen in De Volkskrant 23 oktober 2012

Niemandsscholen
Getagd op: