Kinderen in jeugdzorginstellingen lopen tweeënhalf keer zoveel risico om seksueel te worden misbruikt dan kinderen die thuis opgroeien, zo constateert de commissie Samson. Het is moderne horror. Om kinderen voor ellende te behoeden worden ze ondergebracht op een plek waar ze worden belaagd. De bescherming blijkt een bedreiging. De helpende hand handtastelijk. Bestuurder Ans van der Maat heeft namens Jeugdzorg dan ook terecht haar excuses aangeboden aan “elk kind dat dit is overkomen.” Maar de politiek zal met die excuses geen genoegen nemen. Dit schandaal schreeuwt om daadkracht.

En om die daadkracht maak ik me zorgen. Zo heeft staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten terstond een voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om van alle medewerkers in de jeugdzorg een Verklaring Omtrent Gedrag te eisen. Dat lijkt logisch. We willen niet dat een veroordeelde pedoseksueel aan de slag kan in een jeugdzorginstelling. Maar een antwoord op het door de commissie Samson geconstateerde misbruik is het niet. Allereerst wordt ongeveer de helft van het misbruik gepleegd door minderjarigen. Het gaat om misbruik door groepsgenoten. Bij misbruik door volwassenen gaat het slechts sporadisch om iemand die eerder is veroordeeld voor een zedendelict. De commissie schrijft dan ook: “Het daderonderzoek laat zien dat het niet waarschijnlijk is dat additionele screening van professionals die met kinderen werken seksueel misbruik kan voorkomen.” Maar de staatssecretaris is liever quasi-daadkrachtig dan verstandig.

Ondertussen worden mensen wel de dupe van deze symboolpolitiek. Voor het programma De Ombudsman van de VARA maakte ik kennis met Maurice. Hij mocht niet aan de slag als vrijwilliger bij de huiswerkbegeleiding in het buurthuis omdat hij geen VOG kreeg. Had hij zich vergrepen aan kinderen? Had hij een gewelddadig verleden? Nee, hij had een keer in een baldadige bui een kerstboom in de fik gestoken. Daar is hij voor veroordeeld en dus kreeg hij geen VOG. Maurice is in zekere zin slachtoffer van de strijd tegen seksueel misbruik. En hij is de enige niet. In de jeugdzorg werken veel ervaringsdeskundigen. Juist hun eigen ervaring met jeugdzorg is een troef in het winnen van het vertrouwen van jongeren. Maar deze jongeren met een problematische jeugd zijn ook bovengemiddeld in aanraking gekomen met de politie. Een verplichte VOG zet hen buiten spel. Zo lost de misplaatste daadkracht van Veldhuijzen van Zanten niks op, maar maakt ze wel veel kapot.

Het is een bekend patroon. Uit angst voor seksueel misbruik van kinderen wordt een surveillancesystematiek opgetuigd die zich op van alles en nog wat richt. Sinds Robert M. zijn kinderdagverblijven onder scherp toezicht gesteld. Maar het overgrote deel van de kritiek van de toezichthouder heeft niks te maken met mogelijk seksueel misbruik. Het gaat over de administratie die niet op orde is. Over hekjes die niet sluiten en zelfs over stukjes fruit die niet klein genoeg worden gesneden. Alles ligt onder het vergrootglas en dus wordt elk smetje opgemerkt. Zo gaat de meeste energie zitten in zaken die niks te maken hebben met het voorkomen van seksueel misbruik.

In opdracht van Jeugdzorg Nederland gaat oud-vicepremier Andre Rouvoet nu maatregelen verzinnen om het seksueel misbruik in de jeugdzorg uit te bannen. Ik hoop dat hij de verleiding van misplaatste daadkracht kan weerstaan. Zulke daadkracht maskeert namelijk alleen de onmacht. De helft van het misbruik wordt gepleegd door minderjarigen. Hoe moet je voorkomen dat dit gebeurt? Je kan jongeren moeilijk verbieden om bij elkaar op de kamer te komen. Soms is het misbruik ook gepleegd door de zonen van pleegouders. Moet je daarom alle puberzonen van pleegouders aan een psychologisch onderzoek onderwerpen? Het is een geweldig recept om goedwillende pleegouders weg te jagen.

Mijn zorg om misplaatste daadkracht is geen oproep om dan maar niks te doen. Integendeel. Maar ik geloof meer in sociale controle dan in bureaucratische beheerszucht. Volgens de commissie Samson constateren werkers in de jeugdzorg slechts 2 % van de gevallen. Daar ligt de sleutel tot verandering. Het moet normaal worden voor zowel werkers in de jeugdzorg als voor jongeren om elkaar aan te spreken op gedrag. Niet om zo alles wat met seksualiteit te maken heeft taboe te verklaren. Dat leidt alleen tot verkramptheid. Een vriendin vertelde me dat in haar instelling elk lichamelijk contact verboden is. Zelfs uit troost een arm om een kind slaan is uit den boze. Misbruik bespreekbaar maken gaat niet om strenge regels, maar om inlevingsvermogen. Alleen door te praten leer je wanneer intimiteit ongepast wordt. Dat klinkt soft, maar is verre te verkiezen boven een harde aanpak die niks oplost, maar wel veel kapot maakt.

Verschenen in De Volkskrant 9 oktober 2012

Misplaatste daadkracht bij misbruik
Getagd op: