Het is een grappig filmpje. Een roltrap gaat kapot. Op de roltrap staan twee mensen. De man roept om hulp: “Hallo. Twee mensen zitten vast op de roltrap. Wil iemand alsjeblieft iets doen?” Er komt geen reactie. Ook de vrouw roept om hulp. Geen reactie. Geen van twee komt op het idee om zelf de stilstaande roltrap op te lopen. Dit Youtube-filmpje maakt onderdeel uit van de verplichte introductieweek die de gemeente Den Haag organiseert voor mensen die een uitkering aanvragen (Volkskrant 13 maart 2012) “De boodschap is helder: de eigen verantwoordelijkheid staat voorop.”

Erg complimenteus voor de mensen die een bijstandsuitkering aanvragen is het filmpje niet. Blijkbaar heeft de sociale dienst het idee dat de gemiddelde uitkeringsgerechtigde dom en passief is. Maar als we de metafoor serieus nemen, zegt het filmpje ook niet veel goeds over de sociale dienst in Den Haag. Als de werklozen de mensen op de roltrap zijn, dan is de sociale dienst de kapotte roltrap. Oeps. Dat is wel een heel pijnlijke vergelijking. Vroeger kon je hier terecht voor sociale stijging, nu is de roltrap kapot. Nu moet je het zelf doen. Uit de reportage blijkt dat 30 % van de mensen die zich aanmelden de introductieweek niet afmaken. Voor de sociale dienst is dat winst. Dat scheelt uitkeringen. Maar wat gebeurt er met de afhakers? Zijn die zelf gaan lopen of zijn ze de trap afgerold?

In Rotterdam heeft de sociale dienst een andere drempel opgeworpen voor mensen die een uitkering aanvragen. “’Je moet eerst vier weken zelf een inspanning leveren, je inschrijven bij uitzendbureaus, een cv maken, brieven schrijven. Daarna kan je met terugwerkende kracht een uitkering krijgen.” Aldus wethouder Marco Florijn (PvdA). Florijn vindt dat bij de Haagse aanpak mensen te snel in een traject worden geduwd. Het is niet duidelijk hoeveel mensen na die gedwongen wachttijd niet meer terugkomen.

Vroeger betaalde het Rijk de uitkeringen, de gemeenten voerden alleen het beleid uit. Sinds de decentralisatie van de bijstand is dat veranderd. Gemeenten krijgen een vast bedrag van het Rijk. Als dat niet toereikend is, moet de gemeente de rest uit eigen zak bijleggen. Dat kan zoals in Rotterdam oplopen tot tientallen miljoenen. Sinds deze decentralisatie is het primaire belang van gemeenten niet om werklozen aan het werk te helpen, maar om mensen uit de uitkering te krijgen. Dat is niet hetzelfde, want we weten niet of de afhakers wel gaan werken.

Ik ben een groot voorstander van een actieve sociale dienst. Vroeger was de sociale dienst een uitkeringsfabriek waarbij werklozen wel een uitkering kregen, maar niet aan het werk werden geholpen. Het is op zich daarom een goed idee dat sociale diensten een tegenprestatie eisen van cliënten. Dat kan zijn dat ze 20 uur per week solliciteren, cursussen volgen of met behoud van een uitkering vrijwilligerswerk doen. Maar het doel van die tegenprestatie moet zijn om mensen aan betaald werk te helpen. Het doel moet niet zijn om mensen weg te jagen. Het doel moet zijn om mensen sterker te maken, niet om ze te vernederen. In de reportage zegt een cliënt: “Het is betuttelend en intimiderend. Het geeft een heel ongelukkig gevoel. Het enige dat je kan doen is meebuigen als bamboe.”

Als de roltrap kapot is, kan je mensen van de roltrap afjagen, maar je kunt ook zorgen dat ze op een andere manier naar boven komen. Er is een alternatief voor zowel de uitkeringenfabriek als het trajectencircus. De komende jaren wordt het geld voor re-integratie alleen nog maar schaarser. Sociale diensten moeten daarom veel meer gebruik maken van het sociale netwerk van de cliënt. Het zou normaal moeten worden dat cliënten bij hun eerste afspraak met de sociale dienst, de sterkste troef uit hun netwerk meenemen. Dat kan een neef, een buurvrouw of een studievriend zijn. Zo’n troef kent de cliënt. Hij weet ook heel goed wat iemand zelf kan en waar hij hulp bij nodig heeft. Een cliënt maakt samen met zijn netwerk en de sociale dienst een plan om aan de slag te komen. Die brede betrokkenheid werkt verplichtend. Wie de kantjes eraf loopt, zet zijn eigen netwerk te kakken. Alleen voor cliënten die niemand hebben, neemt de sociale dienst het voortouw. In dat geval is strengheid geboden. In het plan van het netwerk kan ook een cursus staan of vrijwilligerswerk. Maar dat maakt dan onderdeel uit van een eigen plan. Het is geen opgelegd pandoer dat voelt als pesterij. Als de roltrap kapot is, moet het weer normaal worden dat mensen elkaar naar boven helpen.

De kapotte roltrap
Getagd op: