Het verlies van Vestia is zo duizelingwekkend groot dat het nauwelijks te bevatten is. Twee miljard euro. Voor dat bedrag zijn vorige week de renteverzekeringen (derivaten) afgekocht die de corporatie bij verschillende banken had afgesloten. De corporatie met vooral bezit in Rotterdam en Den Haag heeft 89.000 woningen. Het verlies komt dus neer op ruim € 22.000 per woning. Het betekent dat de huur van alle woningen voor een periode van ruim drie jaar is weggegooid. Of beter gezegd: is vergokt. De huurinkomsten van ruim drie jaar zijn bij de roulette op rood ingezet en toen werd het zwart. En in zijn kapitale villa op Bonaire schenkt Erik Staal, de voormalige topman die verantwoordelijk is voor dit debacle, zich nog eens een cocktail in. Dat kan hij zich ook wel veroorloven. Hij verdiende immers een half miljoen per jaar en kreeg ook nog eens een vertrekpremie mee van 3,5 miljoen euro.

Bij het uitbreken van het Vestia-schandaal werd nog geroepen dat de huurders van Vestia niet de dupe zouden worden van de mislukte megagok van de corporatie. De toegestane huurverhoging wordt immers wettelijk bepaald. Iedereen kan op zijn vingers natellen dat dit volstrekte onzin is. De komende jaren zal op alles worden beknibbeld. Op onderhoud, op renovaties, op nieuwbouw. Veel personeel vliegt de laan uit. De service daalt naar een nulpunt. En als huurders door deze systematische verwaarlozing het voor gezien houden, moeten de nieuwe huurders de maximaal toegestane huur ophoesten. En die nieuwe huurders komen wel, want de woningnood blijft.

Niet alleen de huurders van Vestia zijn de dupe. Ook andere corporaties moeten dokken. Ook zij zullen het verlies afwentelen op hun huurders. Daarnaast zijn ook huiseigenaren in de buurt van het bezit van Vestia de klos. Als een corporatie niets meer investeert zakt ook de prijs van hun huizen. En de buren zijn helemaal de pineut als de corporatie alle woningen in hun wijk gaat dumpen.

Het is natuurlijk goedkoop om die arme miljonair uit Bonaire in zijn eentje de schuld te geven van dit debacle. Zijn financiële tovenaar Marcel de V. heeft al die contracten afgesloten. Zogenaamd om renterisico’s af te dekken. Maar als je voor 23 miljard derivaten koopt terwijl de schuld maar 6 miljard is, dan is dat niet een risico afdekken, maar een gigarisico nemen. Hij liet zich bovendien door de banken verwennen met douceurtjes en incasseerde zo negen miljoen. De banken die een fluwelen strop hebben geknoopt waar Marcel de V. zijn kop in stak, zijn ook verantwoordelijk. Zij hebben schandelijk misbruik gemaakt van dit buitenkansje. Of wat dacht u van de toezichthouders? Jan Remmerswaal, de voormalige president-commissaris, hield onlangs nog vol dat Staal veel voor de woningbouw in Den Haag en omstreken heeft betekend! Zijn exorbitante salaris vond hij daarom terecht. Ook het waarborgfonds sociale woningbouw heeft gefaald. Na een eerdere bijna crash zou het fonds de derivatenpositie monitoren. Is niks van terecht gekomen.

Vestia legt bloot dat sinds de verzelfstandiging de volkshuisvesting het slechtste van twee werelden combineert. De graaicultuur en de zucht naar risico’s van het marktdenken, maar wel een collectieve garantiestelling voor het geval het misgaat. Zo kan je makkelijk gokken met andermans geld. Die collectieve aansprakelijkheid is alleen houdbaar als corporaties behoedzaam opereren en elkaar volledig inzicht geven in de risico’s. Maar Vestia was geen lid van de branchevereniging en stribbelde permanent tegen bij het geven van inzicht in de boeken. Als de corporatie dan ook nog een meegaande accountant heeft, is de ellende niet te overzien.

De corporatiesector moet daarom op de schop. De collectieve garantieregeling moet iets zijn dat behoedzame corporaties verdienen, niet een springplank voor roekeloze corporatiedirecteuren. Het betekent dat corporaties de controle van elkaar veel serieuzer moeten nemen. Het moet normaal worden dat corporaties elkaar inzicht verschaffen in de financiële constructies die ze verzinnen en de risico’s die ze nemen. De non-interventiecultuur (ik bemoei me niet met jou als jij je niet met mij bemoeit) moet verdwijnen. En corporaties die daar niet aan mee willen doen en geen openheid van zaken willen geven, moeten de collectieve dekking verliezen. Dan betalen ze meer rente en dat past ook bij de risico’s die ze nemen. Gaat het mis, dan staan ze er ook alleen voor. Dan gaat zo’n corporatie failliet. Dat is ook een aansporing voor huurders en het eigen personeel om de financiële koers van corporatiedirecteuren als Staal goed in de gaten te houden. Alleen zo kunnen casino-corporaties worden uitgebannen.

Verschenen in De Volkskrant 26 juni 2012

De casino-corporatie
Getagd op: